Deze ochtend bracht de postbode een dun boekje (handig, zo paste het voor een keer in de brievenbus). Het telt slechts 85 paginaatjes maar het is een belangrijk geschrift. Voor vandaag, en meer nog voor op al die andere dagen, als vrouwenrechten niet meer centraal staan.
‘Lieve Ijeawele’ (uitgegeven bij De Bezige Bij) is een feministisch manifest in vijftien voorstellen, dat de Nigeriaans-Amerikaanse Chimamanda Ngozi Adichie schreef op vraag van een vriendin die net een dochter kreeg.
Dat die laatste uitgerekend haar om raad vroeg bij de opvoeding van haar kleine meisje, is geen toeval. In 2012 gaf Chimamanda met ‘We should all be feminists’ immers een Ted talk om u tegen te zeggen.
Girl Power 2.0, het publiek hing aan haar lippen. De schrijfster blies alle stereotiepen omver, die over (onopgeleide, onderdanige, zwakke) Afrikaanse vrouwen evengoed als die omtrent feminisme. Chimamanda is blank, lelijk, intellectualistisch noch chagrijnig. Wel integendeel.
Ik heb haar Ted Talk vorig jaar aan mijn 17-jarige, (in hoofdzaak blanke middenklasse) Brusselse leerlingen geserveerd. Ze waren er gek op, en ze konden er wat van leren.
Hoewel ze zichzelf resoluut geëmancipeerd noemden, waren deze tieners het er unaniem over eens dat een jongen met wisselende seksuele contacten een succesnummer is en een meisje met vergelijkbaar gedrag een hoer. Eén jongen kwam zelfs met een fysiologische verklaring daarvoor: ‘ziet u, bij meisjes is het binnen, bij ons buiten – dat is iets volstrekt anders’,
Ik hoor daar niet meer van op: seksuele rechten moeten schijnbaar generatie na generatie opnieuw worden afgedwongen. Of zoals Chimamanda het nu in ‘Lieve Ijeawele’ stelt: ‘Zelfs culturen -zoals vele in de westerse wereld- die van een vrouw verwachten dat ze sexy is, verwachten niet dat ze seksueel is’.
U vraagt zich onderhand misschien af waarom ik zo lyrisch doe over haar. Ik geef toe dat ik fan ben. Van ‘Een halve gele zon’ (net vertaald, over de altijd onderbelicht gebleven Biafra-oorlog) heb ik ontzettend genoten, maar ‘Americanah’ -waarmee ze in de VS een huishoudnaam werd- vind ik vlot 200 pagina’s te lang.
De suggesties die ze nu in ‘Lieve Ijeawele’ doet, bevatten geen opzienbarende nieuwe inzichten. Chimamanda vertelt wat mijn feministische vader decennia geleden al wist en met me deelde. Wat dit boekje evenwel bijzonder maakt, is dat Chimamanda het feminisme vakkundig ontdoet van zijn westerse wortels en het opeist als een algemene waarheid.
Tijdens haar Ted Talk gaf ze toe dat ze het gros van de feministische boeken ronduit saai vond. Precies daarom is ze in haar eigen manifest praktisch, openhartig, stoutmoedig en grappig. Ze spreekt als Nigeriaanse Igbo, maar bovenal als universele mens. Een dergelijk rolmodel kan de wereld goed gebruiken. En ik wed dat u en uw dochter er ook wat mee kunnen.