Merkwaardig genoeg wordt met geen woord gerept over de concrete eisen van de mannen en vrouwen die intussen meer dan 50 dagen hongerstaken in de Brusselse Begijnhofkerk, schrijft
Sinds de 400 mannen en vrouwen zonder verblijfsvergunning eind mei in hongerstaking gingen omdat hun al van 30 januari durende actie weinig bleek uit te halen, heeft menige reporter, activist en hoogwaardigheidsbekleder zich naar de Begijnhofkerk in hartje Brussel gehaast. Er kwam een lawine aan ronkende verklaringen, steunbetuigingen, opiniestukken en schrijnende verhalen.
Talkshows op radio en televisie gingen zogenaamd in op alle aspecten van de hongerstaking. Het ging over dichtgenaaide monden, de vraag of het bezoek van de VN-gezant slechte pr van ons land zou blijken en over het fysieke en mentale lijden dat een dieet van water en zout met zich brengt. Staatssecretaris voor Migratie Sammy Mahdi (CD&V) was vaker op de buis en in de ether dan ooit tevoren, de man haalde zelfs meermaals de cover van de weekendbijlagen.
En toch. Wat pijnlijk opvalt, is de geringe waarde van al dat gekakel. Er wordt gegrossierd in platitudes. De enen hebben het over het ‘gebrek aan compassie’ van de staatssecretaris, anderen vragen zich af of de C in de naam van zijn partij nog wel een betekenis heeft. Aan de andere kant van het spectrum wordt gedaan alsof de plagen van Egypte ons boven het hoofd hangen als nu niet kordaat wordt opgetreden.
‘Het debat over de hongerstakende mensen zonder papieren is (bewust) bedroevend simplistisch’
Merkwaardig genoeg wordt met geen woord gerept over de concrete eisen van de mannen en vrouwen die intussen meer dan 50 dagen hongerstaken. Nochtans, het collectief dat de actie opzette, heeft die vanaf het begin in een helder communiqué gegoten, dat vlot te consulteren is op internet en dat ook de basis vormde van een voorstel van schrijfster en juriste Rachida Lamrabet. Zij maakte gebruik van het nieuwe online petitieplatform van de Kamer en wil de nodige 25.000 handtekeningen verzamelen om gehoord te worden in een parlementaire commissie.
Altijd weer wordt herhaald dat de actievoerders ‘een algehele regularisatie van iedereen willen’, die dan wordt weggezet als ‘volstrekt onhaalbaar’. Maar sla er de tekst op na en je komt er al snel achter dat de eisen verre van onredelijk zijn. Sterker nog, als dit voorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet van 15 augustus 1980 één ding duidelijk maakt, dan is het dat het huidige wettelijke kader geenszins billijk is. Je zou het een beetje kunnen vergelijken met een quizprogramma, waarbij veel kandidaten probleemloos de opdrachten van ronde twee zouden kunnen vervullen maar er in het gros van de gevallen niet in slagen om juist te antwoorden op de schiftingsvragen van de eerste ronde. Bijgevolg worden ze genadeloos afgevoerd.
‘Concreet moeten mensen die al jaren illegaal in ons land wonen, werken en hun kinderen naar school sturen, eerst naar hun geboorteland terugkeren om van daaruit een regularisatie-aanvraag in te dienen.’
Concreet moeten mensen die al jaren illegaal in ons land wonen, werken en hun kinderen naar school sturen, eerst naar hun geboorteland terugkeren om van daaruit een regularisatie-aanvraag in te dienen. Pogingen om simpelweg in bijvoorbeeld Anderlecht te blijven wonen kunnen dus alleen gehonoreerd worden na een retourtje Conakry, Ouarzazate of Peshawar. Alleen is dat laatste voor velen zo goed als onmogelijk wegens fenomenaal duur en letterlijk onhaalbaar bij gebrek aan geldige reisdocumenten. Stel dat het reisje richting geboorteland lukte, hoe moeten deze mannen en vrouwen dan terugkeren naar België, aangezien ze hier niet wettig mogen verblijven?
Dat de actievoerders dààr in eerste instantie iets willen aan doen, mag duidelijk zijn. ‘Eerst en vooral’, zo schrijven ze, ‘moet de verplichting worden opgeheven om de regularisatie-aanvraag in te dienen vanuit het land van herkomst’. Net zoals dat bij de regularisatiecampagnes van 1999 en 2009 het geval was, moet het verzoek ‘worden ingediend bij de burgemeester van de woonplaats van de betrokkene’.
‘Beeldvorming’
Een tweede eis betreft ‘duidelijke criteria’, die zwart op wit staan en vrij te raadplegen zijn. Is er veel ‘compassie’ nodig om een simpele lijst op te stellen met voorwaarden waaraan moet worden voldaan vooraleer mensen kunnen worden geregulariseerd? Of is dat een kwestie van rechtvaardigheid, transparantie en goed bestuur? De huidige ‘discretionaire bevoegdheid’ van de staatssecretaris komt er in de praktijk op neer dat sommigen geluk hebben en papieren verwerven, terwijl anderen, die zich in een vergelijkbare situatie bevinden, nul op het rekest krijgen. Einde verhaal.
Een ander kwalijk fenomeen is de beeldvorming: de indruk wordt gewekt dat regularisatie uitmondt in een aanzwellend leger van hulpbehoevenden, die geen kans onbenut laten om van het gulle Belgische systeem te profiteren. In werkelijkheid overleven mensen zonder papieren hier al jaren, zonder de minste overheidssteun.
Regularisatie is voor hen bovenal een kans op een fatsoenlijk leven, vrij van uitbuiting. Ive Marx en Gerlinde Verbist van het Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (UAntwerpen) onderzochten in opdracht van het Federaal Migratiecentrum Myria in 2007 de socio-economische kost van regularisatie op basis van 116 mensen die in 1999 papieren kregen : 68 procent bleek legaal tewerkgesteld, 14 procent had een werkloosheidsuitkering, 9 procent kreeg OCMW-steun en de resterende 10 procent viel in geen van voorgenoemde categorieën en was veelal thuiswerkend.
De onderzoekers benadrukken dat hun bevindingen geen sluitend beeld bieden op de situatie van geregulariseerden en achten verder onderzoek nodig. Maar ook dit aspect van het fenomeen kreeg geen media-aandacht.
Welk aanzuigeffect?
Het aantal mensen zonder papieren in ons land wordt op meer dan 100.000 geschat en de voordelen van regularisatie zijn aangetoond. Eerdere regularisatiecampagnes veroorzaakten geen aanzuigeffect. Mensen een verblijfsvergunning verstrekken, betekent zwartwerk en sociale fraude bestrijden, het lost het arbeidstekort op en volgens een studie van ACV Brussel kan de maatregel maandelijks tot 65 miljoen euro opleveren voor de sociale zekerheid’.
Waarom het debat daar niet overgaat? Dat heeft in twee opzichten met kiezers te maken. Met het feit vooreerst, dat deze mensen er geen zijn, en dus als quantité négligable worden beschouwd. En twee: dat gevreesd wordt voor het oordeel van de kiezer, in 2024, en dat partijen die een humaan beleid zouden voeren, hierop zullen worden afgerekend.
Als je het debat versmalt tot stemmingmakerij en stoere taal – zoals nu gebeurt – dan is die kans inderdaad groot. Alleen verdienen de mannen en vrouwen in de Begijnhofkerk beter. Veel beter.
Main Source: Knack.be