In zeker opzicht was de jongste editie van ’22 Bahman’, zoals de jaarlijkse herdenking van de machtsovername door Ayatollah Ruhollah Khomeini in 1979 wordt genoemd, vergelijkbaar met die van vorige jaren. Toen en gisteren werden duizenden burgers van het platteland per bus aangevoerd om de Islamitische Revolutie te vieren in ruil voor gratis maaltijden of andere vormen van compensatie, wat het event altijd weer de sfeer geeft van een Iraanse plattelandskermis. “Als de camera’s op hen gericht zijn”, zo zei de Iraans-Amerikaanse schrijver Afhsin Molavi daar enige tijd geleden over, “roepen ze ‘dood aan Amerika’ en zodra de filmploegen verdwenen zijn, informeren ze waar er een VS-visum te krijgen is”.
Anders dan andere jaren is wel dat deze 22 Bahman ook door de Groene Beweging werd aangegrepen om de legitimiteit te hekelen van president Ahmadinejad, die vandaag precies acht maanden geleden een tweede ambtstermijn versierde bij erg omstreden verkiezingen. Aanvankelijk ging het de verslagen presidentskandidaten Mir Hosein Mousavi en Mehdi Karroubi vooral om de electorale fraude die toen plaatsvond. Maar ondertussen is het vizier verschoven van de president naar de Opperste Leider, Ali Khamenei, en de achterban van de Groene Beweging richt de pijlen evengoed op de fundamentele aard van het regime. In het Iraanse theocratische systeem is de ‘velayat-e-faqih’ of Opperste Leider immers nagenoeg almachtig. Hij zit aan de kassa, controleert het repressieapparaat en beschikt ook over vetomacht aangaande beslissingen van de wetgevende evengoed als de uitvoerende of rechterlijke macht.
Terwijl de aangevoerde regeringssupporters op het Vrijheidsplein manifesteerden, werden de aanhangers van de oppositie die elders in de stad betoogden, door de beruchte Basijimilities met traangas en paintball bekogeld. Met die verfaanvallen, zo stelden oppositiewebsites, werd aangeduid welke burgers ingerekend hoorden te worden. Ook werden er door de Revolutionaire Garde en de militieleden rake klappen uitgedeeld: de bodyguards en de auto van oppositieleider Karroubi moesten het zwaar ontgelden. Gewezen president Khatami werd eveneens aangevallen, maar beide mannen ontkwamen heelhuids.
Het was voor het eerst dat de oppositieleiders publiekelijk opriepen tot protesten, een manoeuvre dat door de overheid in de voorbije weken werd gecounterd met censuurpogingen, repressie en intimidatie. Sms-verkeer, Twitter en Google-producten als gmail waren de voorbije dagen al moeilijk of niet bruikbaar. Volgens mensenrechtenorganisaties werden in de voorbije weken honderden mensen gearresteerd en sinds eind januari werden verschillende mensen die deelnamen aan de protesten in juli geëxecuteerd wegens ‘het opnemen van de wapens tegen God’ (moharebeh).
Minstens acht anderen werden aan datzelfde vergrijp schuldig bevonden en wachten dus op hun terechtstelling.
Dat de Groene Beweging 22 Bahman aangrijpt om oppositie te voeren tegen de tandem Ahmadinejad-Khamenei, past in een algemene strategie om de officiële revolutionaire en religieuze feestdagen voor de eigen zaak te kapen, wat ze sinds de gehekelde stembusgang consequent doet. Eerder gebruikte ze al Quds Dag (18 september, dag van de solidariteit met de Palestijnen), 13 Aban (4 november, begin van VS-gijzelingsactie in 1979), Studentendag (7 december, herdenking van de moord op drie studenten in 1953 door de geheime politie van de sjah) en Asjoera (27 december, sjiitische herdenking van de moord op Imam Ali door dictator Yazid in 680) om grote betogingen te organiseren.
Symbolische strijd
De Groene Beweging maakt zich meester van de symbolen van de revolutie, niet alleen van haar feestdagen maar evengoed van haar strijdkreten en van haar propaganda-instrumenten. Zo wendt ze de kreet ‘dood aan de dictator’ aan, waarmee vroeger op de sjah werd gedoeld en nu op Khamenei. Ook geldt een bij zonsondergang van de daken geschreeuwd ‘Allah Akbar’ nu niet langer als overwinningsslogan tegen de sjah maar als keurmerk van de Groene Revolutie. Midden vorige maand kwam daar volgens de internetsite Global Voices nog de oproep bij om de beltoon van gsm’s over te schakelen naar ‘Ey Iran’, een nationalistisch lied dat in de jaren tachtig gebruikt werd om vrijwilligers te ronselen voor de oorlog tegen Irak.
Het regime van zijn kant probeert zijn legitimiteit met religie te bekrachtigen, maar dat lukt niet echt. Van de tien groot-ayatollahs in het land (de hoogste sjiitische rang) hebben er acht de overwinning van Ahmadinejad niet erkend. Ook pogingen om zich achter Khomeini te verschuilen, blijken onsuccesvol. Wat anders te denken van het feit dat ‘s mans eigenste kleindochter, Zahra Eshraghi, gisteren enige tijd werd vastgehouden na haar deelname aan de oppositierally. Zijn kleinzoon, Hassan Khomeini, is evengoed een aanhanger van de oppositie. Hij vergezelde de president begin deze maand wel naar het graf van zijn grootvader maar bij het begin van Ahmadinejads speech vertrok hij. Later die dag waren op oppositiewebsites foto’s te zien van Khomeini’s bezoek aan de familie van de gevangen rechterhand van Mousavi, Alireza Beheshti. En toen de staats-tv beelden uit toespraken van Khomeini monteerde zodat het leek dat hij de Groene Beweging zou veroordelen, protesteerde zijn kleinzoon hiertegen met een open brief die op tal van sites verscheen.
Verloren legitimiteit
“Ik ben ervan overtuigd”, zo stelde Irankenner Karim Sadjapour eerder deze week in een paper voor de denktank Carnegie Endowment, “dat de legitimiteit van het regime onherstelbaar is geschonden. Weliswaar zijn er op korte termijn verschillende scenario’s mogelijk maar als het bewind een beursaandeel was, zou ik aanraden om het nu te verkopen.”
Dat de zucht naar verandering onder de bevolking groot is en groeiend, bleek de voorbije dagen ook uit de resultaten van een clandestiene opiniepeiling van de oppositie in 15 steden, weliswaar onder een beperkt aantal ondervraagden van tussen de 20 en 49. Meer dan driekwart van hen, zo bleek, wil dat het huidige theocratische systeem via een referendum wordt vervangen, 52 procent gelooft in geweldloos verzet, waarvan men evenwel vreest dat het door de overheid zelf in bloed zal worden gesmoord, zoals de afgelopen maanden al herhaaldelijk bleek. “Evengoed als ik niet twijfel aan de onhoudbaarheid van Ahmadinejad-Khamenei op lange termijn,” aldus nog Sadjapour, “maak ik mij geen illusies: de machthebbers zullen niet aarzelen om het repressieapparaat brutaal in te zetten.”
Tal van experts argumenteren dat de afkeer voor Ahmadinejad de sterkst bindende factor is binnen de Groene Beweging maar ze wijzen er tegelijk op dat er geen unanimiteit is over de toekomstvisie. De leiders, stuk voor stuk gewezen establishmentfiguren, willen geen omverwerping van de Islamitische Revolutie. Ze zweren bij de grondwet en kunnen leven met het velayat-e-faqih-systeem. De jongeren die de Groene Beweging aanhangen, willen wel een fundamentele regimewissel. Maar voorlopig is dat niet aan de orde.