In de komende twee jaar moet de Taiwanese wetgeving worden aangepast om het homohuwelijk toe te laten, zo heeft het Hooggerechtshof beslist. Vijf jaar geleden maakte ik een repo in Taipei over holebi’s:
Een klein homocafé in de universiteitsbuurt van Taipei, even voor achten. Apple-computers, grappig design, erg aaibare kelners en acceptabele kost. Angel Liao en haar vriendin Mu nippen van hun cola’s en vertellen honderduit over de holebi-hotline waar ze een paar avonden per week vrijwillig voor werken. “Soms vraag ik me af”, zegt Angel, “waarom die transgenders allemaal met mij willen spreken.” Mu lacht besmuikt. “Denk je dat ik het evident vind om altijd eenzame oudere mannen te aanhoren? Het hoort er nu eenmaal bij.” Angel knikt. Ze vindt het werk doorgaans wel leuk. “Het is erg verrijkend. Alleen als mijn eigen leven een puinhoop is, lukt het niet. Gelukkig kunnen we dan om een time-out vragen.”
De leefwereld van deze hippe jonge vrouwen ligt behoorlijk ver af van het universum dat de Taiwanese schrijver Pai Hsien-yung in 1983 schetste in de toen opzienbarende roman Jongens van Glas (De Geus, 2006). “We zijn jonge vogels zonder nest. (..) Als verdoemde zielen lopen we rondjes in het Nieuwe Park”, schreef hij. “Met een stapeltje van zweet doordrenkte bankbiljetten in de hand slepen we onze leeggezogen, aan alle uitspattingen bezweken lichamen vlak voor zonsopgang langzaam terug naar onze holen.”
Gay Pride Taiwan
Het Nieuwe Park was in de jaren zeventig dé holebi-ontmoetingsplaats van Taipei. De door Pai zo treffend beschreven brugjes en paadjes bleven behouden, maar het plantsoen werd in 1996 omgedoopt tot 228 Vredesmemorial Park en herbergt nu een museum waar de massamoord op Taiwanese intellectuelen in 1947 wordt herdacht. En jongens als hoofdpersonage Blue Boy worden anno 2012 niet meer het huis uitgetrapt als hun ouders achter hun seksuele geaardheid komen.
Wel integendeel. Dit jaar was de Taiwanese Gay Pride aan haar tiende uitgave toe, en met een opkomst van ruim 65.000 mensen was dat de grootste holebi-manifestatie van Azië. Bovendien worden er op het 23 miljoen zielen tellende eiland nu jaarlijks vier Prides gehouden. “We hebben een flinke weg afgelegd’, meent Pride-organisator Albert Yu. ‘Erg belangrijk bijvoorbeeld was de invoering in 2003 van de Gendergelijkheidswet, waardoor voorlichting werd geïntroduceerd op de scholen en seksediscriminatie op het werk juridisch kan worden aangevochten.”
“Maar er moet nog veel gebeuren”, meent Angel. “Herinner je je nog wat er vorig jaar gebeurde daags na de Pride? Een 13-jarige scholier pleegde zelfmoord omdat hij de druk en de pesterijen niet meer aankon. De jongen werd ondermeer verplicht om basketbal te spelen om zijn ‘verwijfde aard’ af te zwakken.”
Het was overigens de zoveelste zelfmoord. Uit een in april van dit jaar gepubliceerde enquête onder 3.000 Taiwanese holebi’s van tussen de 15 en 30 jaar oud blijkt dat niet minder dan één op vijf een poging tot zelfdoding onderneemt. Ter vergelijking: onder Vlaamse holebi’s is dat 13 procent.
‘Veel westerse vrienden vinden dat we mazzel hebben omdat ons het hele zonde-discours wordt bespaard waar christenen en moslims mee rond de oren wordt geslagen’, zegt Albert Yu. ‘Taiwan is geen religieuze samenleving en seksualiteit heeft niet per se een aura van verdorvenheid. Bovendien, op de jongste edities van de Pride lopen ook vertegenwoordigers van de Presbyteriaanse kerk mee, met spandoeken als ‘God houdt van homo’s’. Maar er zijn evengoed baptistische groepen zoals de ‘Alliantie van de Ware Liefde’, die ons gelijkstellen met overspeligen en bestofielen. Momenteel bewegen ze hemel en aarde om de holebi-voorlichting uit de schoolboeken te laten schrappen.
‘Bovendien werpt het traditionele confucianistische denken waarvan onze maatschappij zo sterk is doordrongen, voor holebi’s ook behoorlijke hindernissen op. De grote filosoof Mencius zei toch dat het niet hebben van mannelijk nageslacht de allerergste vorm van plichtsverzuim is? En laat ik u uit de droom helpen: adopteren is geen optie, het gaat om het veiligstellen van de bloedlijn en om het verwekken van zonen binnen een heterohuwelijk. Uit de kast komen is in zo’n context niet eenvoudig.’
Glazen toilet
Enige straten verder bevindt zich de Gin Gin Store, de meest veelzijdige holebi-winkel van Taiwan. “Laatst hadden we CNN over de vloer”, zegt manager James Yang met onverholen trots, “Het eerste wat ik hen heb getoond, is ons glazen toilet. Dat is ons centrale symbool, waarmee we uitdrukken dat homoseksualiteit niet langer kan worden beschouwd als vuil, stinkend en verborgen.” James wijst naar de rekken vol boeken, cd’s en speel-tjes en vertelt over de verschillende organisaties waar Gin Gin mee samenwerkt, gaande van ‘Liefdevolle Ouders van holebi’s’ tot educatieve en culturele groepen. ‘Tijdens het jaarlijkse filmfestival ‘Women make waves’ (WMW) vinden debatten over holebi-thema’s bij ons plaats.”
WMW-directeur Pecha Lo bereidt in haar kantoor aan het andere einde van de stad momenteel de twintigste festivaleditie voor. Lo programmeert zowel fictie als documentaires van vrouwelijke regisseurs uit de hele wereld en zo’n 20 procent van de geselecteerde films belichten holebi-kwesties. “Taiwanese holebifilms en -documentaires zijn een afspiegeling van de maatschappelijke evolutie. In de jaren negentig waren discriminatie en verdrukking de centrale thema’s. Denk maar aan het internationaal gelauwerde The Wedding Banquet van Ang Lee. Sinds 2003-2004 is de toon veel optimistischer geworden en kreeg je hilarische films als Boys for Beauty of Formula 17, over holebi-scholieren die hun seksualiteit ontdekken. En op ons laatste festival hadden we een documentaire over twee lesbiennes die een kind verwachten.”
Lo’s medewerkster Jackie knikt. “Maar het blijft best moeilijk om hier als lesbische te leven.” Ze vertelt over haar vriendinnen, die bij dezelfde hotline werken als Angel en Mu. Ze zijn dertig en kwamen nog geen van allen uit de kast. “Het punt is dat je je ouders veel verdriet doet met zo’n ontboezeming. Je voelt je dan zelf bevrijd maar je zadelt hen wel op met een geheim. Aan familieleden of vrienden kunnen zij immers moeilijk vertellen dat ze een holebi-kind hebben. Daarom zwijgen veel holebi’s. Diep in hun hart weten vaders en moeders vaak wel hoe het echt zit. En voorlopig moet dat volstaan. Don’t ask and don’t tell, zoals in het Amerikaanse leger tot voor kort, niet?”