Er zijn te veel graven in Afghanistan

De Standaard

Sat. 31 Oct. 2020

De knikkers van Qadir vertelt het leven van een Afghaanse vluchteling die in België asiel zoekt. Eindelijk krijgen de statistieken een gezicht.

Asielzoekers zijn meestal niet meer dan een trieste statistiek. Iets in de stijl van: ‘In 2019 dienden 27.742 mensen een verzoek om internationale bescherming in bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), en dat waren er 18,3 procent meer dan een jaar eerder’. Heel af en toe dijen de lotgevallen van deze mannen, vrouwen en kinderen uit tot een horrorfilm waarin ze sterven in een koelwagen die vanuit ons land het Kanaal is overgestoken. Of ze versmallen tot een foto van een peuter aangespoeld op een Turks strand. In dat geval genereren ze een paar items in actualiteitsprogramma’s, een gesprek aan de eettafel misschien en een hashtag op Facebook.

Zelden krijgen de statistieken een gezicht. Precies daarom is De knikkers van ­Qadir belangrijk. In een boek van iets meer dan driehonderd pagina’s vertellen de Afghaan ­Qadir Nadery, die in België asiel zocht en voor de veiligheid een schuilnaam verkiest, en Leo Bormans, bekend van zijn bestsellers over geluk, hoe het voelt om op te groeien in een klein dorp in Afghanistan, een land waar de oorlogstrom sinds de Sovjetinvasie van Kerstmis 1979 onophoudelijk roffelt. In bloemrijke taal beschrijven de auteurs hoe de boerenfamilie ­Nadery er jaar in jaar uit het beste van tracht te maken. Door niet achterom te kijken, het hoofd nooit boven het maaiveld uit te steken en vast te houden aan de gedachte dat elke oorlog ooit eindigt. Op een dag, zo blijft ­Qadirs vader orakelen, zullen ze een granaatappelboomgaard aanplanten, op de grond die al generaties lang de hunne is.

De jonge Qadir ziet te veel graven. Van zijn broertje, zijn zusje, zijn moeder en zelfs van zijn oudere broer op wie hij zo hard lijkt. Hij werkt in een garage, voor een Franse culturele stichting, op een buitenlandse militaire basis even buiten Kaboel. Wonderlijke nieuwe werelden verkent hij, met liveconcerten, expo’s en westerse vrouwen die dingen zeggen waar hun Afghaanse zusters nog niet aan denken. Qadir leert Frans en Engels en leeft in een relatief veilige bubbel, maar hij beseft dat er voor een etnische Hazara als hij in Afghanistan altijd gevaar loert.

Een serie gebeurtenissen dwingt hem in 2015 uiteindelijk tot vluchten – met zijn vrouw en kleine kinderen. Na een lange, gevaarlijke tocht komt het gezin in Brussel aan, bij de Grote Portier, ofte de DVZ. Hun eerste asielaanvraag wordt geweigerd; pas in 2019 komt de verlossende positieve mare dat ze mogen blijven.

Authentiek

De knikkers van Qadir neemt de lezer mee op een spannende reis. Het vertellersduo klinkt authentiek, al is hun proza te kwistig gelardeerd met Afghaanse spreekwoorden en missen de personages zelfkritiek en onhebbelijkheden – en daardoor complexiteit.

Ongelukkig zijn de vele pagina’s over het gesprek op het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen, dat aan de basis ligt van de eerste asielweigering van Qadir en zijn gezin. Daar maakt de literaire non-fictie plaats voor journalistiek, waarbij de regels van het metier evenwel worden geschonden. Zo getuigt het onevenwicht tussen de uitgebreide brief over een negatieve beslissing en de korte met positief nieuws niet van Belgische hardvochtigheid maar van bedachtzaamheid voor een juridische procedure. Het commissariaat beweert vandaag trouwens dat bepaalde elementen in het dossier niet kloppen, maar kan vanwege de confidentialiteit geen verdere uitleg geven.

Dat alles geeft dit boek een activistische teneur die afbreuk doet aan de literaire kwaliteiten. En toch begrijp je beide auteurs ook, in deze tijden van polarisatie, fake news en rechts populisme. Zeker als je bedenkt dat zelfs een minister-president wegkomt met fabels over asielzoekers die huizen kunnen kopen met het geld dat ze spaarden van hun asielprocedure.

QADIR NADERY en LEO BORMANSDe knikkers van Qadir. Het waargebeurde verhaal van een vader op de vluchtLannoo, 336 blz. 19,99 €

Catherine Vuylsteke ■