China weigerde de Russische invasie in Oekraïne te veroordelen. Hoe hecht is het verbond tussen Xi Jinping en Vladimir Poetin?
De waarschuwingen zijn niet nieuw: toen gewezen VS-president Donald Trump de ene serie maatregelen na de andere uitvaardigde tegen China als ‘dé dreiging van de 21ste eeuw’, werd her en der gewaagd van een nieuwe Koude Oorlog. Sinds Peking en Moskou zich op 4 februari ‘bondgenoten zonder limieten’ verklaarden en China vervolgens naliet om de Russische invasie van Oekraïne te veroordelen, gaat het nog harder. Wat evenwel opvalt, is dat veel waarnemers het over een multipolaire orde hebben, eerder dan over een met slechts twee machtscentra, zoals in de tweede helft van de 20ste eeuw. Bovendien vragen velen zich af of de Russisch-Chinese alliantie echt ‘gebeiteld is in beton’, zoals Wang Yi, de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, op 7 maart verklaarde. CNN-commentator Fareed Zakaria argumenteert in de New York Times-podcast The Ezra Klein Show alvast van niet. ‘Beide landen hebben volstrekt verschillende belangen. Als oliestaat heeft Rusland voordeel bij internationale instabiliteit – in die omstandigheden gaan de olieprijzen omhoog. Bovendien wil Moskou de internationale instituties en samenwerking ondermijnen, terwijl China juist baat heeft bij het status quo. Peking ziet voordelen in de bestaande internationale instellingen, en wil net zijn macht daar vergroten’.
Zakaria ziet ook niet in waarom het Westen er niet zou in slagen om een wig te drijven tussen China en Rusland. ‘Beide landen hebben elkaar met achterdocht en vijandigheid bejegend sinds gewezen VS-president Richard Nixon een halve eeuw geleden China bezocht en dat is slechts heel recent veranderd. De huidige alliantie is niet erg stabiel en er werden tot dusver te weinig westerse pogingen ondernomen om die te ondergraven’.
Ook de aan het Amerikaanse Peterson Institute verbonden Economie-professor Fred Bergsten betwijfelt of Xi’s trouw aan Poetin eindeloos is. ‘Ik zie bijvoorbeeld dat Chinese banken en bedrijven zich voorlopig houden aan de westerse sancties’, zegt hij. ‘Als ze niet ten prooi willen vallen aan zogenaamde secundaire sancties, dan kunnen producenten van halfgeleiders niet naar Rusland uitvoeren en dat doen ze ook niet – terwijl dat land op dat vlak voor een derde van China afhankelijk is. Peking beseft dat het de eigen productiecapaciteit niet kan vergroten als het strafmaatregelen riskeert: het zag in 2019-20 al welke catastrofale gevolgen de schending van de VS-sancties tegen Iran voor Huawei had. Vorig jaar leed dat bedrijf een verlies van maar liefst 30 miljard dollar. Een herhaling van dat scenario kan Xi zich moeilijk permitteren: het is op zich al een lastig economisch jaar – de groeiverwachtingen werden onlangs nog teruggeschroefd – en ook de politieke situatie is gevoelig, met de derde ambtstermijn van Xi die moet worden bekrachtigd door het Partijcongres later dit jaar’.
Bergsten gelooft niet dat de Chinese president afwist van Poetin’s oorlogsplannen, ‘of toch niet dat het zo’n allesomvattende onderneming zou worden, die allesbehalve vlekkeloos verloopt. Daar is Xi alvast ongelukkig over. Ik verwacht dan ook dat hij zal blijven proberen om een pro-Russische retoriek te combineren met een de facto pro-Westers beleid. Als de Chinese leider écht moet kiezen, dan opteert hij volgens mij voor het Westen, al zal hij dat nooit toegeven. Hoe we daar dan achter komen? Door goed in de gaten te houden of het aantal Chinese bedrijven op de sanctielijst toeneemt’.
Officieel weigert Peking ‘alle banden met Rusland door te knippen’. Maar tot dusver, zo schrijft ook Bloomberg-columnist Shuli Ren, ‘kleurt China angstvallig binnen de lijntjes. Chinese banken hebben staatsbedrijven geadviseerd om geen steenkool meer aan te kopen uit Rusland. De Russische markt is niet groot genoeg om daarvoor de toegang tot VS-technologie te riskeren’. En pogingen om het wegvallen van SWIFT te compenseren met het Chinese betaalsysteem CIPS halen ook weinig uit: daarvoor is dat netwerk te klein en te weinig internationaal vertakt. Waarnemers menen dat China bovenal zal proberen om tegen erg lage prijzen olie en gas te importeren uit Rusland en Moskou eventueel zal helpen met financiële transacties door deze door te schuiven naar kleine Chinese banken die geen internationale vertegenwoordiging hebben. Worden zij gesanctioneerd, dan zijn de consequenties niet zo verregaand als voor de vier grootste Chinese financiële instellingen.
Orville Schell (81), directeur van het Center on U.S.-China Relations van de Asia Society in New York, betwijfelt niet dat China zijn toegang tot Westerse markten en technologie wil veiligstellen maar meent dat elke louter op economische argumenten gebaseerde analyse fundamenteel voorbijgaat aan de politieke en culturele krachten die spelen. ‘Ik ben ervan overtuigd’, zegt hij, ‘dat ‘het bindmiddel tussen Poetin en Xi veel krachtiger is dan het Chinese of Russische nationaal belang. Allereerst moeten we in gedachten houden dat het twee autocraten zijn, hun macht is veel groter dan die van democratische leiders. Zij kunnen ongehinderd beleid uitstippelen dat in de lijn ligt van hun persoonlijkheidsstoornissen. Hoewel Poetin en Xi een heel verschillende achtergrond en aard hebben, zijn het fundamenteel onzekere, paranoïde mannen die gevormd zijn door een historisch narratief van grieven en wrok, vooral jegens de ‘grootmachten’ van het Westen. Dat is ook de basis van het nationalisme dat ze in hun landen voeden. Bovenal willen Putin en Xi respect maar ze beseffen dat de meeste Westerse leiders hun autoritarisme niet respecteren en dat nooit zullen doen, ongeacht hoe succesvol ze zijn in het bouwen van moderne steden en infrastructuur, hoeveel olie, gas of consumptiegoederen ze ook aan de wereld verkopen, hoe snel hun technologische opmars ook verloopt. Beide mannen willen de door het Westen gecreëerde internationale orde tegelijk omver werpen én er door worden gerespecteerd. Ze worden gestuurd door een interne tegenstelling die geen enkele Westerse aanpak kan verhelpen’.
De Chinese leiders blonken de voorbije halve eeuw vooral uit in pragmatisme, maar volgens Schell is Xi uit ander hout gesneden. ‘Hij is veel minder flexibel dan Hu Yaobang, Zhao Ziyang, Jiang Zemin of zelfs Hu Jintao. Xi spreekt geen buitenlandse taal, verbleef nooit voor enige tijd in het buitenland en heeft weinig buitenlandse ervaring. Zijn arsenaal van instrumenten stamt uit de Culturele Revolutie1966-’76), dit is een man voor wie macht, centen en ceremonie primordiaal zijn’.
Schell gelooft dat het niet-veroordelen van de Russische invasie China’s internationale reputatie onherroepelijke schade heeft toegebracht. ‘Het is nu te laat om terug te krabbelen, de keuze is gemaakt en dat zal resulteren in internationale uitsluiting. Xi heeft zijn land in de hoek gemaneuvreerd, hij hypothekeert China’s ambities om een globale supermacht te zijn en in de komende tijd zullen we daarvan de negatieve consequenties zien. Afgelopen week was er al een duidelijk gevolg: het feit dat de Zuid-Koreaanse kiezer opteerde voor de conservatieve presidentskandidaat, die een veel hardere lijn tegenover China voorstaat’.
Welke gevolgen de invasie heeft voor China’s ambities inzake Taiwan? Schell: ‘De onderschatting van de Westerse slagkracht en eenheid zal ervoor zorgen dat de plannen voorlopig worden opgeborgen. Peking zal lessen trekken uit Moskou’s militaire avontuur en verder proberen de Chinese economie te beveiligen tegen sancties – zij het dat dit slechts gedeeltelijk mogelijk is. Maar op lange termijn blijft het objectief natuurlijk ongewijzigd: Taiwan moet worden herenigd met het ‘Moederland’.
Main Source: Knack.be