Niet met een tsunami maar druppelsgewijs voert China in Hongkong de censuur door.
Soms zijn dramatische tijdingen geen voorpaginanieuws. Niet omdat de gebeurtenissen zich op vermeend onbelangrijke plekken afspelen, maar omdat het een eeuwig druppelen betreft, eerder dan een tsunami. Haalden de grootschalige straatprotesten in de voormalige Britse Kroonkolonie in 2019 veelvuldig de internationale media, twee jaar later was de Hongkongse nieuwsrealiteit er één van honderden kleine berichten: veroordelingen van democratiseringsactivisten, sluitingen van boekhandels, een krant die werd verboden, 72 boeken die verdwenen uit de openbare bibliotheken, kritische tv-programma’s die werden geschrapt, het opdoeken van een museum dat het Tiananmenbloedbad herdacht, kandidaten voor de parlementsverkiezingen die van de lijst werden geschrapt omdat ze ‘onpatriottisch’ waren.
Het verhaal van Hongkong een jaar na de invoering van de Nationale Veiligheidswet is dat van individuen als Choy Yuk-ling (37), een onafhankelijke tv-journaliste die voor haar werk over de Yuen Long aanval van juli 2019 zowel werd veroordeeld als gelauwerd. Bij dat incident in een metrostation gingen tientallen in het wit geklede mannen vermeende pro-democratiseringsactivisten met stokken te lijf. De aanval werd algemeen beschouwd als een keerpunt in een jaar van protesten: de politie reageerde nauwelijks op de agressie en speelde volgens velen zelfs onder één hoedje met de geweldenaars. Na Yuen Long bleek het vertrouwen in de ordediensten sterk afgenomen, ook onder burgers die zich voorheen niet met de democratiseringsbeweging hadden ingelaten.
Choy besloot uit te zoeken wat erachter zat. Zij en haar team gingen als detectives te werk: ze bekeken camerabeelden, lieten nummerplaten traceren, interviewden tal van slachtoffers en getuigen. Uiteindelijk identificeerden ze pro-Peking-politicus Junius Ho als spilfiguur in het Yuen Long incident.
Toch was het in november 2020 niet Ho maar Choy die werd gearresteerd, wegens het ‘afleggen van valse verklaringen’. Vijf maanden later werd ze schuldig bevonden en tot een geldboete veroordeeld. Het internationale Comitee voor de Bescherming van Journalisten zag de ‘onterechte veroordeling van Choy als de jongste aanval op de persvrijheid in Hongkong. Dit houdt in dat onderzoeksjournalistiek voortaan wordt gecriminaliseerd’, aldus de organisatie.
Het had erger gekund: de openbare aanklager vorderde ook een celstraf, waar de rechter niet op inging aangezien de bewuste docu, ‘7.21 Who owns the truth’ , kort daarvoor een van de belangrijkste Hongkongse persprijzen won.
Choy zit dezer dagen in Harvard, met een onderzoeksbeurs van de Nieman Stichting voor journalistiek. Ze zoekt er uit ‘op welke manier onafhankelijke en op onderzoeksjournalistiek gerichte media het hoofd boven water kunnen houden als autoritaire regimes zorgen voor financiële, juridische en politieke wegversperringen’, zo staat het op de website van de stichting.
Het verhaal van Hongkong is ook dat van 4 leraren, die levenslang geschorst zijn omdat ze ‘geen vaderlandslievende houding hadden in hun geschiedenislessen’ of ‘deelnamen aan anti-sociale evenementen’. Tientallen andere leraren kregen waarschuwingsbrieven, in veel gevallen voor het ‘aanbieden van opruiend materiaal’.
Minstens even opmerkelijk is de arrestatie, deze zomer van vijf jonge logopedisten die drie prentenboeken hadden gepubliceerd. Daarin werden de door de politie hardhandig aangepakte Hongkongse burgers voorgesteld als schapen, belaagd door wolven. De logopedistenvakbond, die de boeken hadden uitgegeven, zag zijn rekeningen geblokkeerd, twee van de vijf jonge vrouwen zitten nu nog steeds in de cel, wachtend op hun proces.
Main Source: Knack.be