Achttien jaar lang in het absolute duister doorbrengen, in een kerker van de Marokkaanse koning Hassan II. Het was het lot van Aziz Binebine (66). De Belgische theaterregisseur Dahlia Pessemiers en het gezelschap Dunia maakten er de voorstelling Secret Gardens over, die Binebine in Antwerpen komt bekijken.
Binebine is naar eigen zeggen aan zijn derde leven bezig, hij is drie personages die haast hermetisch van elkaar zijn afgesloten. De man van voor, die van tijdens en die van na Tazmamart. “Ik droomde ervan journalist te worden of cineast”, zegt hij in de eerste regel van zijn autobiografische Tazmamort (2009), “maar ik werd militair. Ik was een rokkenjager maar eindigde als revolutionair in Tazmamart”, na de mislukte staatsgreep van een aantal officieren tegen de Marokkaanse monarch in 1971.
Waarom was Binebine daar? Hij heeft het zichzelf later vaak afgevraagd. “Net zoals de rest van de Marokkaanse bevolking walgde ik van het wanbestuur onder Hassan II. Maar wilde ik hem vermoorden? Ik kan nog geen kip slachten. Het feit dat ik onschuldig was, is een van de dingen die me hebben gered. Ik hoefde nergens spijt van te hebben. Spijt is dodelijk als je achttien jaar doorbrengt in een betonnen hol van twee op drie waarin je niet eens kan rechtstaan.”
En het gold voor nog wel meer dingen. Zij die haatten, schrijft Binebine, gingen het eerst dood. “Haat is een vergif, het vreet je aan. Zij die haatten, konden hun vijand niet loslaten en werden door hem omgebracht. De dood had nooit haast in Tazmamart. Zelfs zij die wilden sterven, moesten daar vaak weken of maanden op wachten.
“Niet alleen spijt en haat zijn dodelijk, hoop is het al evenzeer. Wie hoopt, projecteert naar morgen, naar elders. Geen kat wist of we ooit weer de hemel zouden zien. Wellicht niet, van de 29 mensen in Gebouw Twee, overleefden er maar vier.”
“Ik hoopte niet, ik zag niet en deed er alles aan om te vergeten. Wie herinnert, martelt zichzelf. Alleen door een radicale streep te trekken onder vroeger en mezelf te beschouwen als herboren in deze kerker, kon ik mentaal overeind blijven.”
Maar hoe doe je dat? Binebine meent dat religie en cultuur hem uit de klauwen van de waanzin hebben gehouden. “De combinatie van westerse cultuur en oosters, islamitisch geloof. Ik was een jongeman met een enorme liefde voor westerse cultuur. Ik liep school in het Lycée Français en las vanaf mijn twaalfde het ene boek na het andere. Ik verslond Camus en Dostojevski. Ik was gek op Marlon Brando in A Streetcar Named Desire. Die dingen zijn me in Tazmamart ontzettend van pas gekomen. Daar ben ik verteller geworden: ik diste dag na dag verhalen op. Dat hielp de anderen, die net als ik eenzaam in hun cellen zaten, maar ook mezelf. Wie een verhaal wil vertellen, moet dat goed voorbereiden en ordenen. Zo bleef ik mentaal lucide.”
Onder de grond leerde Binebine de Koran vanbuiten, een achtste van een soera per dag. “Bovendien zei ik tegen mezelf dat ik veel in te halen had. Een kwarteeuw lang had ik verzaakt aan de dagelijkse vijf gebeden. Ik besloot elke dag voor zes dagen te bidden. Het gaf me een goed gevoel en was bovendien een soort van gymnastiek, fysiek en psychisch.”
Wortels van de Arabische Lente
Terwijl de maanden zich tot jaren aaneenregen, stierf de ene na de andere gevangene door honger, ziekte, waanzin en beten van ongedierte. Bovendien begon het chronische gebrek aan zuurstof zijn tol te eisen. Binebine voelde zijn geheugen en concentratie verzwakken. “In de laatste jaren waren de pas in 1981 gearriveerde broeders Bourruiqat de enigen die nog het woord voerden. Deze rijkeluiszonen kenden Parijs als hun broekzak en leidden ons dag na dag door de Franse hoofdstad. Toen ik later in Parijs was, wist ik welke straat we zouden kruisen, al was ik er nooit eerder geweest.”
Het einde van Binebines gevangenschap kwam even onopgemerkt als het begin. De overlevenden werden in een truck naar een medisch centrum gebracht, waar ze werden opgelapt om presentabel te zijn bij hun vrijlating. “Ik was dubbel toegevouwen en kon niet meer lopen. Schrijven lukte niet meer, lezen evenmin. In de eerste jaren na mijn vrijlating in 1991 had ik nog maar één doel: er fysiek weer bovenop komen. Het ergste was de mentale schade. Het heeft tien jaar geduurd voor ik mijn geheugen en concentratie terugvond.”
Binebine is eind vorige week van Marrakech naar Antwerpen gereisd om er Dahlia Pessemiers muzikaal theaterstuk Secret Gardens te zien, dat gebaseerd is op zijn levensverhaal. Voor Pessemiers en haar gezelschap Dunia was dit stuk “een kans om te tonen dat de wortels van de huidige Arabische Lente heel diep liggen. Het is al decennia geleden fout gegaan. Deze periode van omwentelingen is het aangewezen moment om met het verleden in het reine te komen. Ook wilden we tonen hoe louterend cultuur kan zijn, dat het soms wellicht het enige is waarover de mens nog beschikt in zijn strijd tegen het duister.”
Secret Gardens wordt op 28 en 30 september opgevoerd in het Zuiderpershuis in Antwerpen, op 12 november in Espace Mag in Brussel en in februari in de Antwerpse Bourla.