Het drama van Orlando gaat niet alleen om homofobie, maar ook om de veel grotere strijd voor seksuele vrijheid.
Was Omar Mateen een IS-epigoon, een agressieveling die zijn eigen (homo)seksuele geaardheid niet kon accepteren of zomaar een gek die al te makkelijk aan oorlogswapens kwam? Het politiewerk moet het uitwijzen. Vast staat voorlopig alleen dat de holebi-gemeenschap zich afvraagt of het jachtseizoen opnieuw is geopend.
Dat heeft te maken met het drama in discotheek Pulse, maar wortelt evengoed in verontrustende statistieken. Een recente peiling voor Channel 4 geeft aan dat de helft van de Britse moslims homoseksualiteit verboden wil zien en wereldwijd meent meer dan 79 procent van alle moslims dat homoseksueel gedrag laakbaar is, zo blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse Pew Research Center.
Uiteraard is homofobie geen exclusief islamitisch verschijnsel. Kijk naar de officiële standpunten van het gros van de christelijke kerken en naar de mening van de modale VS-inwoner. 41 procent had in 2013 ‘negatieve gevoelens’ jegens holebi’s – terwijl moslims maar 1 procent van de bevolking uitmaken.
Maar door ons louter te concentreren op homohaat schieten we weinig op. Het fenomeen maakt immers deel uit van de veel grotere strijd voor seksuele vrijheid en gelijke rechten, die nog niet is gewonnen.
Dat laatste viel me dit voorjaar nog op, tijdens een debat met achttienjarige, autochtone Brusselse studenten. Was er een verschil in sociale status, wilde ik weten, tussen een promiscue man en een promiscue vrouw? Natuurlijk, zeiden ze. De een is een succesvolle womanizer, de ander een slet.
Stoutmoedigheid
Toen ik werkte aan mijn boek ‘Onder Mannen, het verzwegen leven van Marokkaanse homo’s’, argumenteerde socioloog Abdessamad Dialmy dat intolerantie jegens holebi’s kadert in een algemeen klimaat van seksuele onvrijheid. Hij verwees naar de wetsartikelen 489, 490 en 491 uit het Marokkaanse strafrecht, die zowel voorhuwelijkse als buitenechtelijke seksuele betrekkingen strafbaar maken.
Nieuw is die vaststelling niet. In zijn in 1996 verschenen, ophefmakende boek ‘L’amour circoncis’ schreef de Marokkaanse psychologieprofessor Abdelhak Serhane dat ‘het seksuele taboe het allergrootste is’ en twintig jaar na datum is hij niet milder. Vorige zomer sprak hij opnieuw zijn ongerustheid uit over de sociale regressie in zijn geboorteland. In ‘Ze willen dat we als doden leven’ stelt hij dat de islamistische staat haar burgers opsluit in onwetendheid, hypocrisie en kwade trouw. ‘En als de leiders klaar zijn met de laatste demonstrant, de laatste intellectueel, de laatste dichter (..) de laatste homoseksueel, de laatste vrouw in een jurk, de laatste kus, de laatste bikini, de laatste druppel wijn en het laatste teken van intelligentie of competentie, zullen ze zelf uitdrogen en omvallen als dode boomstammen’.
Een en ander impliceert dat er geen verschil bestaat tussen de overspelige, de homo, het ongehuwde meisje dat haar maagdelijkheid verloor en de pedofiel. Buiten de kuisheid en de huwelijkse seks is er simpelweg geen moraal. En dat maakt bijvoorbeeld ook, zo stellen aidswerkers in Casablanca vast, dat de seropositieve geen moeite zal doen om geen andere mensen te besmetten. Hem of haar wacht toch al de hel.
Religieuze vrijheid
Van dat keurslijf van onvrijheid valt niet makkelijk af te komen, maar misschien kan de geschiedenis hulp bieden. In ‘The Origins of Sex’ legt de Britse historicus Faramerz Dabhoiwala uit dat seksuele discipline ook in het Westen lange tijd de hoeksteen was van de sociale orde. Immers, volgens het patriarchale principe is elke vrouw de eigendom van haar vader of echtgenoot. De buitenechtelijke liefde met haar bedrijven is een soort van diefstal en een belediging voor haar verwanten.
Dat dat veranderde kwam volgens Dabhoiwala niet alleen door urbanisering en demografische druk maar vooral door de invoering van de religieuze vrijheid. ‘Het is de Act of Toleration (1689)’, schrijft hij, ‘die de theoretische basis verwoestte van de seksuele discipline’. Religieuze tolerantie zwengelde immers een debat aan over de exacte grenzen tussen het publieke en het private. Als mensen de vrije wil hebben om te beslissen over zaken van God, waarom zouden ze die dan niet mogen aanwenden voor trivialer kwesties als die van het vlees?
Seksuele vrijheid stoelt bovenal op religieuze vrijheid. De mens moet centraal staan, elke mens, en overal. We moeten blijven strijden voor het fundamentele recht om te zijn wie je bent. Voor de slachtoffers in Orlando, maar evengoed voor mannen zoals de gegeselde Saoedische blogger Raif Badawi en voor de vele vrouwen die hetzelfde lot kennen als de Pakistaanse Zeenat Rafiq. Wellicht hoorde u het niet, maar deze jonge lerares werd vorige week door haar ouders in brand gestoken omdat ze was getrouwd met de man van haar keuze. Omdat ze, zoals de meesten onder ons toch, gewoon vrij wou zijn.