Zowat 11,4 miljoen Afghaanse mannen en vrouwen kunnen uit 2.447 kandidaten kiezen voor 249 zetels in de Wolesi Jirga, het Lagerhuis van het parlement. De stembusgang wordt gezien als een cruciale test voor de stabiliteit in het land, tien maanden voor de VS gefaseerd aan de terugtrekking van hun troepen willen beginnen. Vier goede redenen waarom dit, ondanks de aanwezigheid van 150.000 buitenlandse soldaten en 300.000 Afghaanse soldaten en politiemannen, geen gebruikelijke stembusgang is.
1 Grote onduidelijkheid over aantal kiezers en spookkiezers
Hoeveel kiezers mogen aan de stembusgang deelnemen? Dat is niet duidelijk, net zo goed als niet met zekerheid te zeggen valt hoeveel burgers het land telt. De Onafhankelijke Kiescommissie had het eerst over 12,5 miljoen kiesgerechtigde Afghanen, tegen gisteren waren dat er nog 11,4 miljoen. Maar precieze cijfers zijn er niet. Hoewel dat probleem al van bij de verkiezingen van 2004 wordt aangehaald, heeft men nooit werk gemaakt van een burgerregister nochtans geen luxe als je bedenkt dat dertig jaar oorlog voor gigantische aantallen ontheemden en vluchtelingen heeft gezorgd. In 1988 waren er 3 miljoen Afghaanse vluchtelingen in Pakistan en evenveel in Iran. Tegen vorig jaar verbleven er volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR nog haast een miljoen in Iran en honderdduizenden in Pakistan.
Burgers die hun stem willen uitbrengen bij de verkiezingen, moeten zich registreren en ontvangen dan een kieskaart, waarmee ze zich bij het stembureau moeten aanbieden. Voor mannen is daar een pasfoto voor nodig, voor vrouwen niet. Bij alle vorige verkiezingen zette dat de deur wagenwijd open voor fraude, zo schrijft Martine van Bijlert van het Afghan Analyst Netwerk (AAN) in Kaboel in haar pas verschenen rapport ‘Who Controls the Vote’. Voor 11,4 miljoen geschatte kiesgerechtigden zijn er zo’n 17 miljoen kieskaarten in omloop. “De provincie Paktika”, zo stelt ze, “werd berucht tijdens de verkiezingen van 2005 voor haar extreme overregistratie, waardoor er maar liefst 160.000 kiezers werden toegevoegd aan de oorspronkelijke 342.000. En dat laatste cijfer was al 40 procent meer dan het oorspronkelijk geschatte aantal kiezers.” Er waren ook onwaarschijnlijk hoge aantallen vrouwelijke kiezers: 46 procent in 2004, en tussen 54 en 57 procent in 2005. Nochtans blijkt uit de gegevens van Kaboel, ‘s lands meest kosmopolitische (en dus vrouwvriendelijke) regio, dat nooit meer dan één op de drie kiezers een vrouw was.
Die problemen zijn al vanaf de eerste stembusgang zes jaar geleden bekend. Waarom is er ondertussen geen werk gemaakt van een burgerregister? “Na elke verkiezing”, zegt Van Bijlert aan de telefoon, “is iedereen het erover eens dat het zo niet langer kan en dat een fatsoenlijk systeem op poten moet worden gezet. Maar dan wordt er niet meer aan gedacht en zijn er dringender prioriteiten. Dat duurt tot er zich nieuwe verkiezingen aandienen en dan is het te laat om nog zo’n grote oefening te ondernemen, waarmee we andermaal met hetzelfde probleem zitten.”
2 Kiesbureaus blijven dicht omwille van talibandreiging
De Kiescommissie heeft begin deze week laten weten dat ongeveer 1.019 van de 6.835 kiesbureaus in de meest kwetsbare regio’s vooral het zuiden en het oosten hun deuren niet zullen openen. Zes dagen voor de verkiezingen waarschuwde Jandart Spinghar, directeur van de afdeling Afghanistan van de internationale organisatie Free and Fair Elections, dat er “geen duidelijke maatregelen zijn genomen om de veiligheid bij kiesbureaus te verzekeren, wat betekent dat het gros van de vrouwen in rurale gebieden al zeker niet zal opdagen”.
Van Bijlert: “We hebben geen zicht op welke bureaus gesloten zullen blijven. Uit de vorige verkiezingen hebben we geleerd dat dit ook erg snel kan veranderen. Soms komt het personeel niet opdagen omdat er zich ‘s nachts een veiligheidsprobleem voordeed. In andere gevallen gaan de bureaus wél open maar worden de deuren na een gewelddadig incident gesloten. In ieder geval dreigen de taliban alles in het werk te stellen om de verkiezingen te dwarsbomen.”
3 Kandidaten moeten kiesgroepen met gunsten lokken
Van de officieel 110 Afghaanse politieke partijen zijn er slechts vijf die meedoen aan de stembusgang. Eenendertig andere hadden aanvankelijk kandidaten maar die zagen er uiteindelijk van af om naar de gunst van het electoraat te dingen. “Veel politologen geloven dat het uitbouwen van politieke partijen een basisvoorwaarde is voor een functionerende democratie”, aldus de Duitse Afghanistankenner en auteur Thomas Ruttig. “Maar in Afghanistan spelen ze maar een erg kleine rol.”
Van Bijlert treedt hem in die analyse bij. “In Afghanistan gaat het om netwerkpolitiek. De meeste kandidaten willen zich niet met een bepaalde partij verbinden omdat ze vrezen dat een dergelijke keuze hen zal vervreemden van bepaalde kiezersgroepen of belangen. Je moet de Afghaanse politiek en verkiezingen zien als een soort van onderhandelen tussen kandidaten en kiezersgroepen of dat nu dorpen zijn dan wel handelaarsverenigingen. Daarbij vragen de kandidaten of de vertegenwoordigers van de groep voor de stem van hun achterban kunnen zorgen en geven ze aan wat ze daarvoor kunnen garanderen. Vaak wordt voor de meest biedende gekozen.
In theorie is er dus enkelvoudig individueel stemrecht maar in de praktijk komen alle mannen uit een dorp of wijk bijeen om te bespreken welke kandidaat voor hen het interessantste voorstel heeft. Hoeveel zo’n man of vrouw kan beloven, heeft dan weer alles te maken met zijn eigen connecties en macht. Wie goede relaties heeft met een invloedrijke familie, kan het meest bewerkstelligen. Dat betekent meteen ook dat deze verkiezingen niet draaien om politieke programma’s of ideologische visies op mens en maatschappij maar om het ten gelde maken van stemmen.”
4 Stembusgang niet vrij, niet eerlijk
De campagne ging gepaard met veel geweld en intimidatie waarbij al minstens 4 kandidaten en 15 campagnemedewerkers het leven lieten. Donderdagnacht werden ook minstens 2 kandidaten en ruim 20 medewerkers ontvoerd. Directeur Spinghar van Free and Fair Elections gelooft dat veel kiezers dermate zijn afgeschrikt dat in sommige provincies minder dan één op de vijf stemgerechtigden zal komen opdagen. Tegelijk zijn veel experts het erover eens dat de druk op de Kiescommissie om te zorgen voor een overwinning van deze of gene, dit keer minder groot zal zijn dan bij de presidentsverkiezingen van 2009, toen de boodschap duidelijk was: president Karzai moest koste wat het kost een nieuw mandaat krijgen. Dat resulteerde, net zoals bij de verkiezingen van 2004 en 2005, in grootschalige fraude en 1,2 miljoen stembrieven werden ongeldig verklaard. Welke les trekken kandidaten daaruit?
“Het valt te vrezen”, zo schrijft Van Bijlert, “dat de kandidaten dit keer nog op grotere schaal zullen frauderen. De Kiescommissie heeft haar best gedaan om betere controle te krijgen op wat er gebeurt, maar dat er grootschalig zal worden gefraudeerd, staat vast. De hamvraag is hoe de klachtencommissie tijdens en na de verkiezingen zal omgaan met de meldingen van onregelmatigheden. Zal ze, zoals in het verleden, tandeloos toekijken of niet?”