Twee dagen nadat de 86-jarige Carter in Pyongyang aankwam om de vrijlating te bepleiten van een in januari opgepakte en in april veroordeelde Amerikaan, is hij met hem naar de VS vertrokken. Aijalon Gomes zat zeven maanden vast en ondernam volgens de Noord-Koreaanse media eerder deze zomer een zelfmoordpoging om aandacht te vragen voor zijn lot.
De 31-jarige Gomes, afkomstig uit Boston, werkte sinds 2006 als leraar Engels in een middelbare school in het Zuid-Koreaanse Chungui, op zo’n anderhalf uur afstand van de hoofdstad Seoel. Zijn leerlingen herinneren zich hem als “heel aardig en met een grote voorkeur voor gembersnoepjes”. Tevens was Gomes lid van de fundamentalistische ‘Every Nation Church of Korea’ in Seoel, waar hij elk weekend de dienst bijwoonde. Zijn geloofsgenoot Marius van Broekhuizen zei in een interview na zijn arrestatie dat Gomes “focuste op het leven voor anderen, weg van het eigen plezier”. Hij bad naar eigen zeggen wekelijks met Gomes, die “God onophoudelijk vroeg welke richting Hij uit wou met zijn leven”. Als de man eind januari de Noord-Koreaanse grens is overgetrokken, dan is dat volgens Van Broekhuizen “ongetwijfeld omdat Jezus hem heeft gevraagd om daarheen te gaan en Zijn woord te brengen”.
Danteske verhalen
In de in 2004 door etnisch Koreaanse Amerikanen opgerichte Every Nation leerde Gomes een aantal vluchtelingen uit Noord-Korea kennen, die danteske verhalen vertelden over de twee miljoen hongerdoden die daar in de late jaren negentig vielen, en over de totalitaire controle die wordt uitgeoefend door de staat en de repressie jegens elke vorm van vermeende subversie. Hoe aangrijpend die verhalen zijn, valt onder meer af te leiden uit Hand in hand door het duister van de Amerikaanse journaliste Barbara Demick. De verhalen die deze journaliste van de LA Times in Seoel optekende, gaan over vrouwen die hun kinderen zagen verhongeren, arbeiders die niet meer betaald worden of jongeren die bij instellingen worden afgeleverd omdat hun familie niet meer voor hen kan zorgen.
De verhalen van vluchtelingen maakten een diepe indruk op Gomes, net als op zijn vriend en kerkgenoot, de etnisch Koreaanse Amerikaan Robert Park (28). Die vond dat de wereld niet langer kon toekijken hoe de Noord-Koreanen aan de grootste gruwel waren overgeleverd en trok op Kerstmis van vorig jaar de Chinese-Noord-Koreaanse grens over met brieven waarin hij de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-il opriep af te treden en de vele strafkampen te sluiten waarin hij zijn landgenoten opgesloten houdt.
Park werd gearresteerd en na 42 dagen van detentie naar de VS gedeporteerd. Later zou blijken dat hij in gevangenschap werd gemarteld en verkracht en luttele weken na zijn vrijlating was opgenomen met posttraumatische stressstoornis, een psychologische aandoening die vooral voorkomt bij mensen die aan bijzonder traumatisch en doorgaans gewelddadige gebeurtenissen werden blootgesteld.
Huilen van medeleven
Twee dagen na de arrestatie van Park liep Gomes in Seoel mee in verschillende optochten waarin zijn vrijlating werd geëist. Gomes huilde volgens medebetogers om het lot van zijn vriend maar geen van hen vermoedde dat hij diens avontuur precies een maand later zou overdoen, met vergelijkbare gevolgen.
Toen Park op zijn beurt in de VS hoorde van de veroordeling van Gomes tot acht jaar dwangarbeid en een boete van 700.000 dollar, dreigde hij met zelfmoord omdat zijn vriend “door de westerse media werd vergeten”. Of het een met het ander verband houdt, valt te betwijfelen, maar in juli maakten de Noord-Koreaanse media gewag van een poging van Gomes zelf om zich van het leven te benemen om aandacht te vragen voor zijn lot. Het hielp in zekere zin. Gomes belandde in het ziekenhuis en kreeg hij voor het eerst bezoek van een diplomaat van de Zweedse ambassade, die de VS-belangen behartigt bij gebrek aan rechtstreekse diplomatieke banden tussen Washington en Pyongyang. Toen kwam het eerste Amerikaanse verzoek om Gomes op humanitaire gronden vrij te laten, waar evenwel niet op werd ingegaan. De plannen van Carter om met een bezoek aan Pyongyang zijn vrijlating te betrachten, zouden uit deze periode dateren.
Dat een dergelijk iniatief enige slaagkans had, werd in augustus van vorig jaar al bewezen. Toen repte ex-president Bill Clinton zich naar de Noord-Koreaanse hoofdstad om er de invrijheidsstelling te bepleiten van twee etnisch Koreaanse VS-journalisten die in de winter daarvoor waren gearresteerd bij het maken van een reportage over Noord-Koreaanse vluchtelingen. De beide dames konden met Clinton naar de VS vertrekken, nadat deze een onderhoud had met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il, die de voorbije dagen evenwel in China op bezoek bleek.
Of een dergelijk initiatief evenwel wenselijk is, daarover zijn niet alle bloggers het eens. “We kunnen moeilijk miljoenen uitgeven voor elke idioot die voor zijn eigen plezier de Noord-Koreaanse grens oversukkelt”, aldus een blogger, die zich vooral afvroeg wat de Noord-Koreaanse bevolking aan zo’n daad heeft. “Hij maakte geen reportage, hier heeft niemand wat aan.”