Voor vrijheid of voor Peking

Knack, Wo. 04 Sep. 2019, Pagina 74

De zomer van protest verdeelt Hongkong. Wat begon als een demonstratie tegen één welbepaald wetsvoorstel, groeide uit tot een historische strijd om de ziel van China’s autonome stadstaat.

West-Kowloon, zondagavond 25 augustus, even na achten. Een man in mouwloos onderhemd, short en slippers zit op zijn knieën, smekend. Zijn outfit steekt af tegen die van de agent die hem eerst onder schot houdt en dan ruw opzij schopt. Zopas is de eerste politiekogel afgevuurd, na maanden van overwegend vreedzaam demonstreren door honderdduizenden, soms zelfs miljoenen mensen. ‘Het schot in de lucht was een natuurlijke reactie’, zegt de vrouwelijke politiewoordvoerder even later voor de camera’s. ‘De manschappen kunnen het verschil tussen gewapende en vreedzame betogers niet altijd goed inschatten.’

Het beeld van de geknielde man lijkt het hele protest samen te vatten, als betrof het de Hongkongse versie van de iconische ‘Tankman’ op het Tiananmenplein in Peking, in 1989. Het geeft aan waarom een beweging die op 28 april begon met 130.000 mensen zeventien weken later nog niets aan kracht heeft ingeboet. Wel integendeel. Ging het de demonstranten aanvankelijk om de uitleveringswet die berechtiging van Hongkongers in China mogelijk zou maken, ondertussen is de eisenlijst uitgebreid. Nu willen ze een onafhankelijk onderzoek naar het brutale optreden van de politie, amnestie voor de honderden arrestanten die als ‘relschoppers’ tien jaar cel riskeren, het vertrek van Hongkongs bestuurder en ‘Pekingmarionet’ Carrie Lam, en – last but not least – vrije en eerlijke verkiezingen.

The New York Times zag de gelijkenis met het Chinese bloedbad ook en pakte twee dagen later uit met een stuk over de Hongkongse fotograaf Lam Yik-fei, die de foto van de smekende man maakte. Alleen, de Hongkongse Tankman is slechts het halve verhaal. Wat ontbreekt, is wat eraan voorafging: de demonstranten die met verkeersborden en bamboestokken een politiecombi aanvielen en rake klappen uitdeelden. De zichtbare paniek onder de agenten. Toen een van hen zijn wapen liet vallen, trokken de anderen ontredderd hun pistool.

De laatste weken eindigen steeds meer betogingen ‘s avonds laat met een kat-en-muisspel met de politie. ‘Het is de overheid zelf die het geweld heeft veroorzaakt’, zegt de Amerikaanse columniste Suzanne Pepper, die al sinds midden jaren zeventig in Hongkong woont. ‘Alleen een onverkozen leider die volstrekt gespeend is van elke vorm van politiek besef en voeling met de burger, kan het vertikken om te onderhandelen als een zevende van de bevolking op straat komt. En dat is wat Chief Executive Carrie Lam heeft gedaan.’

Op 12 juni, drie dagen nadat 1 miljoen mensen hadden betoogd, probeerde ze de gehekelde uitleveringswet zonder meer door het parlement te duwen, rekenend op de meerderheid die het pro-Pekingkamp dankzij de onvrije stembusgang heeft. De demonstranten hebben dat fysiek verhinderd, ze blokkeerden de ingang en lieten niemand toe. De politie reageerde met arrestaties, traangas en klapkogels. 81 mensen raakten gewond, de jongste was 15, de oudste 66.

De volgende dag eisten de betogers een onafhankelijk onderzoek naar het politiegeweld en de intrekking van de beschuldigingen tegen de arrestanten. Duizenden moeders trokken naar het centrale Chater Park om die eis kracht bij te zetten. Ze kregen nul op het rekest.

Pepper: ‘Op 15 juni bewees Lam andermaal dat ze een ambtelijke dienaar is in koloniale traditie. De wet is opgeschort, verklaarde ze op een persconferentie, maar in de vragenronde achteraf beklemtoonde ze dat het “een goede wet is, die ooit zal worden goedgekeurd.” Is het dan verwonderlijk dat er ‘s anderendaags twee miljoen mensen op straat komen en haar ontslag eisen?’

In de twee weken die volgden, lanceerden de demonstranten een internationale advertentiecampagne, betaald via crowdfunding. Met ‘Stand with Hong Kong at G20’ hoopten ze de wereldleiders bereid te vinden de kwestie op de tweedaagse top in Osaka aan te kaarten. Ook dat mislukte: China liet weten dat Hongkong een ‘interne kwestie’ was, en dus onbespreekbaar.

Geel of blauw

Op de avond van 1 juli, de 22e verjaardag van de overdracht van Hongkong aan China, bestormden honderden demonstranten het parlementsgebouw, Legco. Ze braken de glazen deuren en bekladden de portretten van de Legco-presidenten met graffiti.

Moest dit een echte bezetting worden? De meeste activisten vonden van niet en vertrokken uiteindelijk weer, met achterlating van munten voor de gedronken frisdrank. Vier mensen weigerden naar buiten te gaan. ‘Sinds 9 juni hebben we zoveel gedaan’, zo stelde een van hen in een interview met de oppositiekrant Apple Daily , ‘kunnen we de beweging nu gewoon laten doodbloeden?’

Toen gebeurde er iets vreemds. Een paar dozijn activisten kwam terug en verwijderde het viertal met geweld. ‘We willen niet dat je er morgen niet meer bent’, zeiden ze. Toen de politie om middernacht arriveerde, was het gebouw leeg.

Pepper: ‘Velen dacht dat de publieke opinie zich nu van de demonstranten zou distantiëren, maar dat gebeurde volstrekt niet. De bezetting was een keerpunt: het is zoals in een van de graffitislogans stond: “Jij (de overheid) leerde ons dat vreedzaam betogen zinloos is.”’

De standpunten verhardden, het gekibbel over een gepaste strategie nam toe. ‘We moeten bovenal de eenheid bewaren’, meent advocate Patsy Ng*, die zelf niet aan het protest deelneemt maar wel een financiële bijdrage leverde voor de uitrusting van de demonstranten. ‘De gematigden domineren het protest nog steeds, maar door het groeiende politiegeweld is de bereidheid tot offers toegenomen. Vroeger was de keuze tussen ‘geel’ (pro-democratisering) en ‘blauw’ (pro-Peking) vrijblijvend, nu gaat het over je geweten. Als een corrupte regering een tirannieke meester dient en een onaanvaardbare politiemacht steunt, dan kun je niet afzijdig blijven. Dan wordt het midden evengoed des duivels.’

Permanent online

‘Hongkongs zomer van protest is ongetwijfeld de meest gesofisticeerde en sterkst gemediatiseerde revolte uit de geschiedenis’, meent de veelvuldig bekroonde Hongkongs-Amerikaanse journaliste en mediaprofessor Yueh-ying Chan. ‘Zonder de combinatie van traditionele, sociale en online media en permanente livestreaming zou dit ongecentraliseerde en leiderloze protest nooit zo lang succesvol zijn. De overheid is geen partij voor deze nieuwe, digitale generatie. Pas gepubliceerd onderzoek geeft aan dat een grote meerderheid van de 7,4 miljoen inwoners alles permanent online volgt. Het mobiliserende effect daarvan is gigantisch. Het publiek krijgt het gevoel dat het zélf deelneemt en activisten op straat ervaren een versterkte legitimiteit.’

Dat alles is alleen mogelijk, denkt Chan, dankzij de unieke set-up van Hongkong: ‘Een klein stedelijk en extreem dichtbevolkt gebied dat beschikt over een uitgebreid en efficiënt transportnetwerk, een bijzonder hoge digitale geletterdheid en een excellente IT-infrastructuur. 90 procent van de bevolking beschikt over 4G en er zijn drie keer zoveel mobiele telefoonabonnementen als er inwoners zijn. Daardoor krijg je een lawine aan realtime-informatie en beeldmateriaal.’

Wat Chan zorgen baart, zegt ze, ‘is de erosie van onze zo gevierde burgerzin. Is Hongkong niet de plek bij uitstek waar mensen beleefd in de rij wachten, er niet gegeten of gedronken wordt op de metro en voetgangers voor het rode licht wachten, zelfs als de straat is afgesloten? Wat dan te denken van de explosie aan hate speech en de dreigementen aan het adres van de families van “honden”, zoals agenten nu worden genoemd? In een oorlog is alles gepermitteerd, maar zijn we echt zover?’

Fake news

Sommigen zouden zeggen van wel. Wat anders te denken van de Chinese Diba-fora, de door Peking betaalde internauten die systematisch fake news verspreiden en die knokploegen mobiliseren om demonstranten af te rossen, zoals gebeurde in North Point, Tsuen Wan en Yuen Long? De politie-interventie liet elke keer lang op zich wachten en slechts enkele daders zijn ondertussen in staat van beschuldiging gesteld.

De Diba-fora waren van plan om de belangrijkste online platforms van de demonstranten op 23 juli te vernietigen, maar ze bliezen hun actie op het laatste moment af. Een aantal forumleiders waren immers door Hongkongse IT-experts ‘gedoxed’: hun persoonlijke gegevens werden op internet verspreid. Hackers gebruikten die om hen op te geven als vrijwilligers in het Chinese leger, voor ‘stationering op een afgelegen plek’. En in het vakje ‘religie’ vulden ze ‘moslim’ in. Zoals de in China onderdrukte Oeigoeren dus.

‘De strijd is al heel lang bezig’, zegt Steven Hung, gewezen Democratisch districtsraadslid en coauteur van China’s New United Front Work in Hong Kong . ‘De Chinese staat infiltreert de Hongkongse maatschappij en ondermijnt alle democratische initiatieven al jaren. Zakenlui worden met lucratieve deals overtuigd, gewone burgers met politiek dienstbetoon en voedselpakketten van pro-Pekingpartijen. Bij arme bejaarden en nieuwkomers werkt dat uitstekend.’

Sinds het begin van de protesten voert Peking de inspanningen op. ‘In de voorbije twee maanden werden minstens vier pro-regeringsmarsen georganiseerd,’ vertelt Hung, ‘met mensen die tegen betaling met de hogesnelheidstrein uit de provincie Fujian werden aangevoerd. Ik was op elk van die rally’s, hun accent verraadde de herkomst van de demonstranten. Op de grootste waren ze met 25.000, op de kleinste hooguit met 2000, een fractie dus van het volk dat voor Hongkong op straat komt.’

Als China inderdaad zo veel moeite en centen veil heeft voor de beïnvloeding van deze stadstaat, waarom werpt dat dan zo weinig vruchten af? Komt het omdat hoogopgeleide middenklassejongeren de ruggengraat vormen van de protesten, zoals blijkt uit onderzoek? ‘In zekere zin wel. Zij zijn meer dan wie ook geschokt door China’s toenemende politieke controle’, meent sociaal wetenschapper Jeff Loo, die werkt aan een boek over de democratiseringsbeweging. ‘Van de formule “Eén land, twee systemen”, waaronder Hongkong de eerste vijftig jaar zou worden bestuurd, is alleen de eerste helft overgebleven. En kijk naar de Basic Law, de minigrondwet die stipuleert dat de Chief Executive rechtstreeks zal worden verkozen. We hebben uiteindelijk de keuze tussen twee à drie door Peking bepaalde kandidaten. Idem dito voor de lokale en parlementaire verkiezingen: Peking doet er alles aan om kritische stemmen te weren. Kandidaturen worden geweigerd, verkozenen gediskwalificeerd. Jongeren beseffen dat het hun toekomst is die op het spel staat. Ze kunnen niet zomaar wachten tot Hongkong in 2047 een gewone Chinese stad wordt.’

Ik moet terugdenken aan de demonstratie van zondag 25 augustus. De honderdduizenden in het zwart geklede, gedisciplineerde jongeren, de stellen met kinderen en de bejaarde activisten. Het had iets van een festival, maar dan zonder de muziek en de commercie. Alles was gratis, je kreeg water toegestopt, een veiligheidshelm, een mondmasker, postkaarten, posters en stickers. De omliggende metrohaltes waren gesloten en het regende onafgebroken – maar dat deerde niemand. De mensen marcheerden en scandeerden: ‘Geen rellen, alleen tirannie!’ of: ‘Zet ‘m op, Hongkong, zet ‘m op!’

Jonge ouders vertelden dat ze hier voor hun kinderen waren, omdat ze hen later wilden zeggen dat ze minstens hadden geprobeerd hun toekomst veilig te stellen. Pas afgestudeerde verplegers kwamen in gele hesjes, met zelf aangebrachte rode kruisen op hun rugzakken. ‘We maken ons duidelijk herkenbaar als eerstehulpteams, maar de politie trekt er zich niets van aan’, zei een van hen. ‘Twee van onze vrienden liggen in het ziekenhuis, gewond door klapkogels. En toch blijven we komen.’

Gebrainwasht

Ik herinner me bovenal de 22-jarige studente Elsie*, die op elke mars aanwezig is. ‘Het is ondraaglijk om op geleende tijd te leven’, zei ze, ‘stel je voor dat 2047 het einde betekent van alles waar we in geloven. Daarom is onze revolutie vandaag.’ Haar activisme zorgt thuis voor veel heibel. Haar moeder vindt haar acties onverstandig, tegen een supermacht heb je nu eenmaal geen verhaal. Met haar vader praat ze niet meer. Hij noemt haar ondankbaar en gebrainwasht door de universitaire opleiding die hij betaalde. De man heeft zakenbelangen aan de andere kant van de grens en ziet een stralende toekomst in Groot China.

‘Deze zomer van protest heeft grote maatschappelijke verdeeldheid gebracht, ook onder de jongeren’, meent Elsie. ‘Terwijl wij hier elk weekend staan, blijven sommigen op Facebook foto’s posten van gezellige etentjes, karaokesessies of de nieuwste mooncakes. Het lijkt wel of ze in een parallel universum leven en niet beseffen dat China’s hegemonische neigingen echt wel iedereen zullen treffen. Wij demonstranten zijn de voorhoede van een veel groter geopolitiek spel. Herinner je je het Tiananmenbloedbad, dat hier nog jaarlijks massaal wordt herdacht? Die tragedie raakte Hongkong zo diep omdat de mensen wisten dat ze het volgende slachtoffer zouden zijn. “Vandaag China, morgen Hongkong”, scandeerden ze. Ondertussen is het “Vandaag Hongkong, morgen Taiwan”. En daarna komen jullie in het Westen aan de beurt. Wacht niet tot het te laat is.’

* fictieve naam