Knack 08 Jul. 2020
Met de invoering van een veiligheidswet door het Chinese Volkscongres op 1 juli is de stadstaat Hongkong zoals we die kenden verdwenen, stelt China-expert Catherine Vuylsteke vast. Is de democratiseringsbeweging verslagen?
Laat ik drie verhalen vertellen over het nieuwe Hongkong. Het eerste dateert van afgelopen vrijdag en gaat over meneer en mevrouw Y, de ouders van een 19-jarige student die vervolging riskeert wegens subversie. Zijn vergrijp? Op zijn mobieltje prijkte een sticker met de nu verboden slogan ‘Bevrijd Hongkong, de revolutie van onze tijd’. Zijn ouders stonden verbijsterd voor het politiebureau, met in hun handen de koud geworden lunchbox, die ze hem niet konden overhandigen. Moeder Y vond de hele affaire een surrealistische grap, vader vreesde dat met zijn kind een voorbeeld zou worden gesteld. Hij achtte een onvoorwaardelijke celstraf van drie jaar waarschijnlijk.
Op diezelfde dag ontstond in het Hongkongse parlement Legco een handgemeen tussen de pandemocraten (de alliantie van democraten) en Peking-gezinden, nadat die laatsten hadden voorgesteld om in alle Hongkongse scholen camera’s te installeren. ‘Op die manier’, zo betoogden ze, ‘kan worden nagegaan of leraren geen onpatriottische boodschappen verspreiden.’
’s Anderendaags kwam het Franse persbureau AFP met een ontnuchterende tijding over boeken. Een medewerker had uitgevlooid dat de werken van democratische boegbeelden als Joshua Wong in de 14 openbare bibliotheken van de stadstaat niet langer beschikbaar zijn, ze worden momenteel ‘onderworpen aan een evaluatie’.
Op 1 juli is het Hongkong dat we kenden opgehouden te bestaan. ‘De rechtsstaat en de burgervrijheden bestaan niet meer’, zo staat op de blog van Jerome Cohen (90), dé Amerikaanse specialist in Chinese wetgeving. Hij zorgde er mee voor dat president Richard Nixon in 1972 een ontmoeting had met partijleider Mao Zedong en hielp Peking in de jaren tachtig om een nieuw wettelijk kader te scheppen. Cohen vat China’s boodschap aan de 7,5 miljoen Hongkongers in één zin samen: ‘Doe wat we zeggen en het komt goed, je wordt zelfs gelukkig.’
Een atoombom
De Hongkongse politoloog J, die binnenkort naar Amerika zal migreren en alleen nog anoniem commentaar geeft, moet daarom lachen. Hij ziet in de nieuwe nationale veiligheidswet een ultiem wapen. Een atoombom. ‘In de voorbije 17 jaar hebben de burgers elke veldslag tegen de Hongkongse overheid gewonnen. In 2003 strandden pogingen om een nationale veiligheidswet in te voeren, in 2012 leidde de toen 16-jarige Joshua Wong met succes de manifestaties tegen het “moreel nationaal onderwijs”, en vorig jaar ageerden miljoenen mensen tegen de uitleveringswet – Chief Executive Carrie Lam (de hoogste leider van Hongkong, nvdr) borg de plannen uiteindelijk op. Nu eindigt de oorlog met een alomvattende vijandelijke zege. De eind mei door het Chinese parlement goedgekeurde wet veegt niet alleen alle verworvenheden van tafel, ons wacht hetzelfde lot als de Chinese dissidenten.’
Waarom is de wet er uitgerekend nu gekomen? Wordt gegokt dat de internationale gemeenschap door de coronacrisis wel wat anders aan haar hoofd heeft, of is de maatregel vooral bedoeld als goednieuwsshow voor de eigen burgers? In deze tijden van economische malaise kan de Communistische Partij scoren door het ‘het verwende Hongkong’ te ‘temmen’.
Politoloog Steven Hung associeert de timing eerder met de op til zijnde parlementsverkiezingen van 6 september en de vernederende uitslag bij de lokale stembusgang van afgelopen november. Terwijl Carrie Lam, een marionet van Peking, zich sterk maakte dat ‘de stille meerderheid’ haar afkeer voor de protesten zou uiten, behaalde het pandemocratische kamp een historische overwinning: het veroverde op een na alle 18 districten. Hung: ‘De nieuwe wet, met zijn vage omschrijving van subversie, afscheiding of “promotie van anti-Chinese haatgevoelens” maakt controle over de kandidaten veel makkelijker en zal een intimiderend effect hebben, zowel op de kiezer als op de hele maatschappij.’
Boos en ontredderd
‘We voelen ons boos en ontredderd, misschien moeten we vertrekken’, zo schreven Hongkongse vrienden van me de voorbije dagen, eraan toevoegend dat ze hun prodemocratiserigsposts op internet hadden verwijderd. Ze waren lang niet de enigen. Zelfs Joshua Wong ontbond zijn partij Demosisto omdat hij besefte dat hij ‘bovenaan op de lijst van politieke doelwitten’ stond. En activist Nathan Law ontkwam intussen naar een niet nader genoemd buitenland.
Dat laatste moet nu makkelijker zijn dan vroeger. Het Verenigd Koninkrijk, de voormalige kolonisator van de stadstaat, beloofde dat zo’n 40 procent van de Hongkongers (3 miljoen mensen) in aanmerking komt voor een British National Overseas -paspoort en premier Boris Johnson vroeg aan zijn Australische ambtgenoot Scott Morrison om op zijn beurt steunmaatregelen te nemen.
Taiwan opende op 1 juli een speciaal humanitair kantoor voor Hongkongers. ‘Het is de eerste stap, andere maatregelen zullen wellicht volgen’, zo meent Harry Tseng, de Taiwanese diplomatieke vertegenwoordiger in België. ‘Is dat een gevaarlijke zet voor de eilandnatie? Uiteraard, als het stof over de Hongkongse kwestie is neergedaald, zal China druk uitoefenen voor de hereniging met Taiwan. Dat houdt ons niet tegen. Het gaat om het signaal, om de bereidheid Hongkong te helpen als baken van de vrije wereld in deze tijd van oprukkend Chinees autoritarisme. Ook de internationale gemeenschap moet haar verantwoordelijkheid opnemen.’
Nieuwe identiteit
Of de voormalige Britse kroonkolonie daar beter van zal worden, valt nog te bezien. De meeste experts zijn het erover eens dat de toekomst juist een grotere integratie in Zuid-China zal brengen in plaats van meer autonomie. Met het in 2018 gelanceerde project The Greater Bay Area wil de Chinese president Xi Jinping een superregio van 70 miljoen mensen creëren die Hongkong en Macao nauw verbindt met 9 grote Zuid-Chinese steden, waaronder Shenzhen en Guangzhou.
Momenteel voelen vooral jonge Hongkongers daar weinig voor. ‘Door een heel jaar van onrust’, schrijft Antony Dapiran in zijn pas verschenen City on Fire: the fight for Hong Kong , ‘heeft een nieuwe generatie de burgerlijke ongehoorzaamheid opnieuw uitgevonden. Ze maakte van Hongkong een Silicon Valley van protest.’ Nooit eerder werden sociale media zo slim ingezet om een leidersloos protest op de rails te houden. Demonstranten verontschuldigden zich op de luchthaven bij westerse toeristen, er kwamen via crowdfunding paginagrote advertenties in internationale kranten met als oproep ‘ Stand with Hong Kong ’. De protestbeweging sloot aan bij de popcultuur. Van een Bruce Lee-film ontleende ze de slogan ‘Wees als water’, uit de filmreeks The Hunger Games kwam ‘ If we burn, you will burn with us ’.
Bovendien kennen de actievoerders de geschiedenis. Zo werd op 23 augustus 2019 een 60 kilometer lange Hongkongse tegenhanger georganiseerd van de Baltische Weg, de anti-Sovjetketen die 2 miljoen mensen exact dertig jaar eerder vormden.
Diezelfde creativiteit is nu te zien. De slogan ‘Bevrijd Hongkong, de revolutie van onze tijd’ (‘ Gwong Fuk Heung Gonge, Si Doi Gaap Ming ’ in het Cantonees) veranderde in het voorlopig niet strafbare ‘GFHG, SDGM’. En wat te denken van de jonge vrouw die tijdens de betoging van 1 juli een wit blad papier in de lucht hield? Ze verwees naar het Sovjetgrapje over een activist die blanco pamfletten uitdeelde. Bij zijn arrestatie zei de agent: ‘Dacht je dat ik niet wist wat je erop zou schrijven?’
Politoloog Brian C.H Fong meent dat de protesten Hongkong voor altijd hebben veranderd. Hij plaatst de stadstaat in het lijstje van staatloze naties en noemt haar in één adem met de Catalanen, de Schotten, de Québécois en de Koerden. ‘In 1997 werd onbewust een nieuwe natie aan China overgedragen, van vooral jonge Hongkongers die zich niet Chinees voelden’, zegt Fong. ‘En zij hebben hun aparte identiteit als Hongkongers intussen verder ontwikkeld.’
‘Op de barricades van een brandende stad werd een nieuwe identiteit gesmeed’, schrijft Dapiran. ‘Wat ook het lot moge zijn van deze protestbeweging, dit zijn de zaadjes die de burgers meedragen, in de komende maanden en jaren. Tot aan de volgende protestbeweging. En de volgende.’