In de voorbije week was er twee keer slecht nieuws over Tibet. De eerste keer betrof het tragische lot van Tenzin Delek (65), de tweede het paspoortdebâcle voor minderheden in China. Het was de radiozender BBC World die erover berichtte. Ik luister er elke dag naar. ‘s Ochtends, ‘s middags en ‘s avonds. Gratis op mijn smartphone. Het is een kwestie van horen hoe het met de wereld gaat. Maar stel dat ik dat niet deed en vertrouwde op wat de kranten en weekbladen in ons eigenste land berichten. Wat zou ik dan nog te weten komen over elders?
De zoekterm ‘Tenzin Delek’ geeft zero hits. De Belgische media hebben er geen woord aan vuilgemaakt. Nochtans was hij een van de belangrijkste Tibetaanse politieke gevangenen in China. Was ja, Tenzin Delek is dood gegaan in een Chinese cel. De EU, de VS en tal van mensenrechtenorganisaties hebben herhaaldelijk aangedrongen op zijn vrijlating, maar nu is het te laat.
Waaraan deze invloedrijke boeddhistische lama is gestorven, weten we niet. De overheid wil zijn stoffelijk overschot niet vrijgeven. Zelfs in de dood is hij eigendom van de Chinese staat.
Ook wanneer hij is overleden, is onduidelijk. Zijn familie werd zondag van zijn overlijden op de hoogte gebracht maar meer details werden niet gegeven.
Ik lees in een bericht van Amnesty International dat zijn verwanten hem sinds zijn proces in 2002 maar één keer hebben mogen zien. Nu dik twee jaar geleden. Wel vernamen ze via andere bronnen dat hij in slechte gezondheid verkeerde. Tenzin Delek had een hartkwaal en andere medische problemen. Bijgevolg werd enige tijd geleden een verzoekschrift ingediend om hem op humanitaire gronden vrij te laten.
Tenzin Delek kwam als kind in de jaren vijftig in een lamaïstisch klooster terecht. Hij bleef er tot aan de Culturele Revolutie en de gigantische sloop van de Tibetaanse cultuur en religie. De monnik vluchtte toen naar het Indiase Dharamsala, waar de dalai lama sinds 1959 in ballingschap leeft.
In 1987 keerde hij naar zijn geboortegrond terug en stichtte verschillende ‘niet-officiële’ kloosters, die later door de overheid werden opgedoekt.
Deze verschilden in minstens drie opzichten van de reguliere etablissementen: de monniken werden er niet onderworpen aan patriottische heropvoedingscampagnes en stonden niet onder toezicht van overheidsagenten. Evenmin hoefden ze hun geestelijke leider, de dalai lama, uitdrukkelijk af te zweren.
Daarnaast zette Tenzin Delek zich in voor de ontwikkeling van sociale, medische en religieuze instellingen voor Tibetaanse nomaden. Ook sprak hij zich uit tegen vervuilende mijnbouwpraktijken, illegale houtkap en het stropen van dieren.
Amnesty vermoedt dat het deze ‘subversieve daden’ zijn die er toe leidden dat deze invloedrijke lama schuldig werd bevonden aan een aanslag met een zelfgemaakte bom in het centrum van Chengdu op 3 april 2002. Daarbij raakte één voorbijganger lichtgewond.
Tenzin Delek en de gewezen monnik Lobsang Dondhup (27) werden aan het einde van dat jaar ter dood veroordeeld tijdens een proces achter gesloten deuren. Volgens de rechter hadden ze schuld bekend, maar later lekte uit dat beide mannen waren gemarteld en acht maanden lang in isoleercellen zaten. Dhondup werd in januari 2003 geëxecuteerd, de straf van Tenzin Delek werd in 2005 omgezet in levenslang en later gereduceerd tot 20 jaar.
‘Ik ben compleet onschuldig’, zei de lama in een geluidsopname die de gevangenis werd uitgesmokkeld en door Radio Free Asia wereldkundig werd gemaakt. ‘Ik heb altijd gezegd dat het zondig is om een ander kwaad te berokkenen. Ik heb geen brieven of pamfletten verspreid en evenmin bommen geplant. Aan dergelijke dingen heb ik nooit gedacht, het is niet mijn bedoeling om ook maar iemand te kwetsen’.
In de Belgische media lees ik niets over Tenzin Delek en ook het nieuws dat meer dan 1.000 Tibetanen in Nyagchuka op straat kwamen toen ze van zijn overlijden hoorden, wordt niet gemeld. Nochtans, de politie schoot in de lucht, ranselde betogers af en zette traangas in. Meer dan 20 mensen raakten gewond.
Wat wordt er dan wel nieuwswaardig geacht ? Dat de dalai lama 80 is geworden, dat hij eind juni naar het Glastonbury Festival is gegaan, dat soort dingen.
Lees ik iets over het vorige week gepubliceerde rapport van Human Rights Watch, ‘One Country, two passports’? Geenszins. Uit de studie blijkt dat Tibetanen en Oeigoeren China zo ongeveer niet uitmogen. Er bestaat een snelle paspoortprocedure voor de Han-gebieden en een trage voor de regio’s waar de minderheden wonen. Han-Chinezen hoeven maar bij één kantoor langs en het reisdocument wordt binnen de 15 dagen afgeleverd. Tibetanen en Oeigoeren daarentegen moeten zich bij 10 administratieve diensten aanbieden. Sommigen doen er jaren over om aan een paspoort te komen, anderen krijgen er droogweg geen. Zonder opgave van reden.
Bovendien, zo lees ik nog, haalde de overheid in 2012 een erg handig truukje uit in Tibet. Alle nog geldige paspoorten werden ingetrokken omdat er dra een e-paspoort zou komen. Alleen, tot op heden heeft niemand een dergelijk technologische huzarenstukje gekregen.
Ik vraag me af wat de Franse regisseur Jean-Jacques Annaud van dit alles zou zeggen. Hij maakte in 1997 ‘Seven years in Tibet’ (waarmee hij zich de gramschap van Peking op de hals haalde) en stelde eerder dit jaar zijn nieuwe film, ‘Wolf Totem’ voor. De prent is gebaseerd op de met de Man Asia Booker Prize bekroonde, gelijknamige roman van Jiang Rong. Het verhaal is dat van een Chinese student die in 1969 naar Binnen-Mongolië wordt gestuurd om er de nomadenstammen te civiliseren. Hij ontdekt evenwel dat ze niet zo ongelikt zijn als de overheid het voorstelt en dat hij van hen veel kan leren over het harde leven in de oneindige wildernis.
Ondanks de eerdere rel over ‘Seven years in Tibet’ werd Annaud in 2007 door de Chinese overheid benaderd met de vraag om Wolf Totem te verfilmen, voor een bedrag van 45 miljoen dollar. Wellicht had de keuze voor Annaud te maken met zijn ervaring met dieren in eerdere films als ‘L’ours’ of ‘Two Brothers’.
Begin deze maand werd Annaud door de Nederlandse krant Het Parool geïnterviewd. China ziet de noodzaak van verandering, luidde de titel. Voor de regisseur bewijst Wolf Totem dat ‘de Chinese leiders het repressieve minderhedenbeleid willen veranderen. “Iedereen is het erover eens dat dat moet. Er hangen nu overal posters in China, die ‘togetherness’ promoten. Bizar woord in dit verband. Maar elk land verandert. In China gebeurt dat binnen de rigide structuur van één officiële partij, die begrijpt dat ze moet veranderen.”